Het geschiedenisschrift  = A4 harde kaft:

  Verzorging

1. Schrijf je naam en klas op de kaft
2. Je schrijft met een zwarte of een blauwe pen (GEEN stiften!).
3. Schema’s en tekeningen teken je met een potlood en kleur je in met kleurpotloden (GEEN stiften!).
4. Elk onderdeel dat je schrijft in je schrift krijgt een titel.
5. De titels worden met een RODE pen onderstreept (langs een liniaal).
6. Alle aantekeningen (overgenomen van het bord of de beamer) moeten in eigen woorden uitgewerkt (= uitgeschreven) worden.
7. Je mag plaatjes inplakken of tekeningen maken om je schrift nog mooier te maken!

  Indelen

8. Voor in het schrift komen de aantekeningen te staan en ook de uitwerkingen
9. Achterin het schrift komen de opdrachten te staan

  Opdrachten:

10. Alle opdrachten moeten gemaakt worden. De antwoorden moeten in HELE zinnen uitgeschreven worden.
11. Je slaat steeds een regel over tussen de opdrachten.
12. Alle antwoorden moeten nagekeken worden:
1. Is een antwoord goed, dan zet je met RODE pen een  voor de kantlijn.
2. Is een antwoord fout en je snapt waarom je antwoord fout is verbeter je met RODE pen.
3. Is een antwoord fout en je snapt niet waarom je antwoord fout is dan zet je met RODE pen een ? voor de kantlijn. Dat moet je dus vragen in de les.